Bridge to BachInterview Zoey Dor
Zoey Dor (18) begon met vioolspelen toen ze net kon staan en kreeg les van haar moeder, maar wou direct overstappen naar de cello toen ze een cd van Jacqueline du Pré hoorde. Op haar achtste verjaardag kreeg zij een cello en les bij Like en Yke Viersen, later bij Karlien Bartels aan het ArtEZ Conservatorium.
In 2023 won Zoey de eerste prijs op het Britten Celloconcours: een masterclass van de solocellist van het Koninklijk Concertgebouworkest, Gregor Horsch. Zoey speelde voor Radio 4 en was te gast bij Podium Klassiek. Ze heeft lessen en masterclasses gevolgd bij Quirine Viersen, Florent Maigrot, Monique Bartels en maakt deel uit van het Bosmans Kwartet. Zoey is aanvoerder in het Nederlands Jeugd Strijkorkest.
Twee dagen na de concerten met het Deventer Kamer Orkest, jouw eerste optreden als solocellist met een strijkorkest, begint het landelijke eindexamen VWO. Dat doe je er gewoon even bij?
Ik kan heel makkelijk de focus aanzetten voor school. Op het laatste moment er nog iets instampen, daar ben ik de afgelopen jaren heel goed in geworden. Het gaat ook min of meer vanzelf bij mij. Ik vind het niet heel moeilijk. Voor de lessen van Karlien Bartels reis ik elke woensdagochtend naar Zwolle. Daarna ga ik snel terug naar Amsterdam voor de les scheikunde. Ik heb door de week wel minder tijd om cello te studeren. Dat is nu gemiddeld zo’n 2 uur per dag. Ik doe wat ik kan. In de weekeinden heb ik gelukkig meer tijd, maar ook minder dan anders. Het is voor de cello even een treurige boel, zo met de examens.
Die viool die je als peuter kreeg, je wist al heel snel dat het niet jouw ding was. Wat gaf voor jou de doorslag?
Het begon op school. Toen hadden we een klein orkest, onder leiding van mijn moeder. Ik speelde viool, maar was altijd jaloers op de tweede stem. Ik vond het toen al prachtig hoe de tweede stem de melodie draagt en tegen de eerste violen ingaat. Ik ben geen fan van de snerpende e-snaar van de viool. En dan de cello: de diepe klank, die laagte, dat vind ik fantastisch. Dat hoorde ik voor het eerst als peuter thuis toen mijn vader, die pianist is, de CD met Brahms sonates van Jaqueline du Pré opzette. Je kunt op een cello met zoveel power muziek maken, je kunt er echt op rocken. In de hogere regionen kan je een sopraan nadoen. En dan die tenor klank, op de g-snaar, dat vind ik ontzettend mooi.
Op wat voor een cello speel je?
Ik moest een paar jaar geleden mijn bruikleencello teruggeven. Ik heb toen vijf cello’s thuis geprobeerd. Het is een Franse cello geworden, een Jules Lavest uit 1949. Hij speelt gemakkelijk, spreekt lekker aan. De onderste snaren zijn heel warm en op de a-snaar kan ik veel power geven. Hij ziet er ook prachtig uit, er komt een soort honingkleur op als er licht op valt. Ik heb twee strijkstokken, een Franse en een carbonstok als reserve.
Dit celloconcert in a-klein van C.Ph.E.Bach kende je niet?
Nee, in de kerstvakantie heb ik het ingestudeerd. Gewoon van voren naar achteren. Stukken uit mijn hoofd spelen is voor mij geen probleem. En ik heb de Bach natuurlijk een paar keer meegenomen naar celloles. Het is een heerlijk stuk, met razendsnelle passages van het orkest.
Je maakt een heel ontspannen indruk als je speelt. Topcellist Gregor Hirsch was daarvan onder de indruk toen je voorspeelde bij zijn masterclass.
Als ik voor publiek speel, ben ik totaal niet zenuwachtig. Bij mijn eerste tv-optreden, bij Podium Klassiek, was ik dat wel. Al die camera’s om je heen, de akoestiek was heel droog. Ik dacht gewoon: ik ga lekker spelen, plezier hebben, het komt wel goed. Wat is het ergste dat je kan gebeuren? Een noot missen misschien. Dat is niet gebeurd. Het ging verbazingwekkend goed.
Wat staat er te gebeuren na je eindexamen?
Ik weet nu nog niet bij welke conservatoria ik me ga aanmelden. Maar ik ga in elk geval heel veel studeren en me voorbereiden op de audities.
Interview door Ewoud Nysingh
Foto Zoey: Jeroen van der Spek
Tip: Lees ook het interview met Dirigent Peter Bogaert over ons vorige concert waar we o.a. Schubert speelden.
Concerten
Na Valentijnsdag nemen we U mee op een muzikale reis vol liefde en romantiek langs de werken van drie grootmeesters: Franz Liszt, Antonín Dvorák en Ottorino Respighi.